Is ons laatste winteruur geslagen ? Die vraag beroert terecht de gemoederen . Van de man in de straat tot de hoogste Europese instanties . Zo belangrijk dat er zelfs over de landen heen referenda worden gehouden .
Verdwijnt het winteruur, verliezen we ook een stukje folklore uit de sociale geschiedenis . Na meer dan 40 jaar . Want over zomer- en winteruur sloten onze sociale partners in 1977 op het hoogste niveau een cao (1) . Over het loon van de nachtarbeiders tijdens de overgang van winter- naar zomeruur en terug .

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 30 VAN 28 MAART 1977 BETREFFENDE DE PROBLEMEN DIE INZAKE BELONING VAN SOMMIGE WERKNEMERS RIJZEN BIJ DE OVERSCHAKELING NAAR HET ZOMERUUR EVENALS NAAR HET WINTERUUR

Waarom in godsnaam hierover een cao maken op landelijk niveau ? Met daarin de pretentieuze bepaling dat de partijen door die overeenkomst alle problemen hebben opgelost wat het loon tijdens de overgangsnachten betreft .
Het antwoord is te vinden bij de continubedrijven van scheikunde en staal . Dus ondernemingen waar tijdens de overgangsnacht zou worden doorgewerkt . In sommige van die ondernemingen hadden de vakbonden het punt aangekaart van de verloning wanneer voor het eerst het zomeruur zou worden ingevoerd op 3 april 1977 . Ging de cyclus van 3 ploegen van 8 uren overboord ? Onmogelijk . Dus naar 1 ploeg van 7 en  naar 2 ploegen van 8 uren op de dag van het zomeruur . En in de grote continubedrijven ( namedropping is hier niet op zijn plaats) werden snel afspraken afgedwongen om op de overgangsdag de nachtploeg van 7 uren  , toch voor 8 uur te betalen  . Die precedenten veroorzaakten wat beroering in werkgeverskamp . Het werd weer allemaal duurder . En wat dan met de semi-continu bedrijven die geen volle zondag doorwerkten ? En wat bij het winteruur  (2) ? Een shift van 9 uren betalen met overurentoeslag ? Oeps .
Om de zaak onder controle te houden lanceerde de Nationale Arbeidsraad zich in het debat en vergaderde op 15 maart 1977 ( twee weken voor het zomeruur) om ‘ de problemen te onderzoeken die rijzen bij de overschakeling van het winteruur naar het zomeruur voor de arbeiders in nachtploegen ‘. Met in den beginne radikaal tegengestelde standpunten . Voor de vakbonden moesten de nachtarbeiders voor de 7 uren prestatie bij overgang naar het zomeruur, 8 uren worden betaald , en voor de prestatie van 9 uren bij overgang naar het winteruur hoorde 9 uur loon . Voor de werkgevers was het éénvoudig : de betaling volgde de prestatie , punt . En in semi-continu systemen ( bvb in textiel ) kon de duur van de ploegen worden aangepast .
Tenslotte gingen de werkgevers overstag en werd op 28 maart 1977 cao 30 boven de doopvont gehouden . In semi-continu was er in feite geen probleem . En in continu stapelden de precedenten op het terrein zich op . De cao vertrekt van de theorie (of de aanbeveling) dat zoveel mogelijk dezelfde ploeg presteert tijdens beide uurwisselingen zodat het totaalplaatje van de verloning geen 17 maar 16 uren is . Dit wordt geformuleerd door te stellen dat in dat geval de eerste prestatie van 7 uur aanleiding geeft tot een anticipatieve betaling van 1 bijkomend uur , die wordt gecompenseerd door het negende uur bij overgang naar de wintertijd . Maar de toepasbaarheid in de pay roll daarvan werd niet uitgetest . Wel werd duidelijk gemaakt dat de 9 uren bij de overgang naar het winteruur geen overuren konden meebrengen. Zonder het even uitdrukkelijk in de cao te schrijven .
We zijn nu ruim 40 jaar later . De cao is nooit nog ter sprake gekomen en is dus probleemloos toegepast of niet toegepast .
Vraag is of we hieruit iets kunnen leren over het sociaal overleg ,over tijdsregelingen of over verloningssystemen ?
De cao past in elk geval bij onze reputatie van surrealisten, gezien in eenzelfde tekst wordt aangenomen dat twee maal acht zowel 16 als 17 kan zijn , in functie van de partijen . Zij past ook in de traditie van  subtiele compromissen , vooral duidelijk voor de onderhandelaars en minder voor de buitenwereld . Expliciet wordt bvb niets over overuren gezegd wanneer de prestatie door overgang naar het winteruur 9 uur zou bedragen  . Juridisch is dat in een ploegenstelsel ook niet nodig , want de prestatie mag tot 11 uur uitlopen zonder dat er sprake is van overuren . Maar dan wordt er in de cao wel even overbodig maar uitdrukkelijk gesteld dat voor die negen uur het normale uurloon moet worden betaald .  En ja van dat normale uurloon bestaat een wettelijke definitie .  En als toemaatje krijg je een administratieve theoretische oplossing zonder rekening te moeten houden met de belastende kennis van de praktijk  .
Wel opvallend is de snelheid waarmee ter elfder ure (die konden we niet missen ) een onderhandelingsproces werd afgerond met een tekst die kracht van wet heeft . In twee weken en drie gespreksrondes een definitieve tekst . Een voorbeeld van efficïente aanpak van iets wat toen als probleem werd ervaren . En waar gelukkig niet te veel werd geleuterd over het nadelig effect van de tijdswisseling op de melkproductie van de koeien , het stokpaardje van de Boerenbond , noch over de historiek van de vorige uurwisselingen ,  twee keer onder Duitse bezetting , noch tenslotte over de verhoopte  energiebesparing , met de petroleumcrisis nog vers in het geheugen
Maar nu ziet het er naar uit dat cao 30 haar tijd heeft gehad . Ofwel komt Europa tussen en verdwijnt het winteruur . Hoewel dit Europees proces eentje is van lange adem met veel verloren uren zoniet jaren . Ofwel sterft cao 30 een stille dood . In het kader van de toenadering arbeiders-bedienden . Waarbij in continu-systemen de berekening van het loon per uur verdwijnt .
Het is een kwestie van tijd . Je kan spelen met uren maar niet met de tijd

26 oktober 2018

(1) De onderhandelaars van cao 30 waren toen ( of werden later) niet van de minste : voor VBO Wilfried Beirnaert en Jan Van Holm , samen met vertegenwoordigers van scheikunde staal en textiel , langs ACV zijde ondermeer Robert Vandepoele, Lucien Fruru en Joseph Servotte en bij ABVV Mia De Vits, Michel Jadot , Xavier Verboven , Georges Gogne . Om er maar enkele te noemen .

(2)  Toen begon de wintertijd nog in september , maar dat veranderde in 1996 naar oktober om met de Britten te kunnen samenleven 

° met dank aan Jan Van Holm en Xavier Verboven voor hun memories

 

 

 

 

Tweet about this on TwitterShare on LinkedInShare on FacebookShare on Google+